Wordt er na deze termijn nog steeds niet gesnoeid, dan kan de buur die overhangende takken zelf snoeien. Als hij daarvoor kosten zou moeten maken (bv. een tuinman laten komen omdat het gaat om takken op grotere hoogte), dan moet de eigenaar van de overhangende takken die kosten vergoeden. Als de buur de overhangende takken zelf snoeit of laat snoeien, dan doet die dat wel op ‘eigen risico': als hij daarbij schade berokkent aan de boom zelf, dan is hij daar zelf voor verantwoordelijk.
Voortaan zijn er voor bomen afstanden bepaald ten opzichte van de perceelgrens. Bomen die hoger zijn dan 2 meter moeten op een afstand van 2 meter van de perceelgrens staan. Voor de lagere bomen en struiken is dat slechts een halve meter. Tot nu had men het steeds over 'hoogstammen' en 'laagstammen', begrippen die niet eenduidig en dus voor interpretatie vatbaar waren.
Verder zijn er in de nieuwe wet nu ook preventieve maatregelen opgenomen om burenhinder te voorkomen. Als er aanwijzingen zijn dat de algemene gezondheid, veiligheid of het milieu in gevaar is, dan kan je de vrederechter vragen om preventief op te treden. Als bijvoorbeeld de tuinmuur van uw buurman op instorten staat of zijn boom dreigt op uw huis om te vallen, dan hoeft u niet meer te wachten tot het werkelijk zo ver is en er echt schade is.
Opstal duurt eeuwig
Stel: u wenst een winkelcentrum te openen met een ondergrondse parking, maar ziet die ondergrondse parking liefst door iemand anders gefinancierd en uitgebaat. Tot op heden is dat een probleem, omdat u als eigenaar van het winkelcentrum ook de eigenaar van de parking bent. De beheerder van de parking kan wel bepaalde tijdelijke rechten krijgen, maar dit voor maximaal 50 jaar.
Met het nieuwe Goederenrecht werd nu een eeuwigdurend opstalrecht gecreëerd, zodat de beheerder van die parking in de toekomst een eeuwigdurend opstalrecht kan krijgen. Dergelijk opstalrecht kan evenwel worden opgeheven als die elk nut zou hebben verloren, bijvoorbeeld als het winkelcentrum wordt gesloopt.
Tot slot zal de vrederechter voortaan exclusief bevoegd zijn voor geschillen rond burenhinder op basis van foutloze aansprakelijkheid. Tot op vandaag moet men zich wenden tot de rechtbank van eerste aanleg wanneer de schade bij dergelijke burenhinder méér dan €5.000 bedraagt. Voor lagere bedragen is de vrederechter bevoegd. Dat zorgde in het verleden al vaak voor verwarring en dagvaardingen voor verkeerde rechtbanken. De vrederechter is echter al de natuurlijke rechter voor de meeste andere bestaande burenkwesties. Het is dus logisch die exclusief bevoegd te maken voor burenhinder op grond van foutloze aansprakelijkheid.
Thomas Vuylsteke, advocaat