Stay on track

Stay on track

Moving you forward

Newsletter

Back to overview

La société est morte, vive la société

Published on 23/01/2018

Een nieuw jaar, een nieuw vennootschapsrecht. Volgens minister van Justitie Koen Geens moet 2018 hét jaar van de ondernemer worden. De hervorming van het Belgische vennootschapsrecht moet bijdragen tot een gunstiger ondernemingsklimaat. Het nieuwe Wetboek van vennootschappen en verenigingen wil eenvoud en flexibiliteit centraal brengen. Een aantal cruciale krachtlijnen in afwachting van de definitieve wettekst van het nieuwe vennootschapsrecht.


4 basisvennootschapsvormen

Van de huidige mogelijke vennootschapsvormen blijven slechts 4 fundamentele vormen bestaan: de maatschap, de besloten vennootschap (BV), de coöperatieve vennootschap (CV) en de naamloze vennootschap (NV). De NV wordt daarbij voornamelijk voorbehouden voor de genoteerde en grote vennootschappen. De BV (de vroegere BVBA) wordt daarentegen bestempeld als dé basisvennootschap van de toekomst.

Onder het motto ‘less is more' wordt dus sterk gesnoeid in het aantal vennootschapsvormen. Zo worden de stille handelsvennootschap, de tijdelijke handelsvennootschap, de coöperatieve vennootschap met onbeperkte aansprakelijkheid, de commanditaire vennootschap op aandelen, het economisch samenwerkingsverband en de landbouwvennootschap afgeschaft. De rechtspersonen waarvan de rechtsvorm wordt opgeheven, krijgen 10 jaar de tijd om zich om te vormen.

De impact van deze sanering zal echter niet zo groot zijn alsof het misschien lijkt. Zo zal de commanditaire vennootschap op aandelen meestal worden omgevormd tot een NV en kan een stille handelsvennootschap worden omgezet naar een stille maatschap. Ook tijdelijke samenwerkingsverbanden, vooral populair in de bouwsector, zullen quasi op dezelfde manier worden georganiseerd, maar dan onder de vorm van een ‘tijdelijke maatschap' en niet langer onder de vorm van een tijdelijke handelsvennootschap.

Flexibiliteit en maatwerk vormen de rode draad en de belangrijkste uitdagingen in het nieuwe vennootschapsrecht. Waar in het huidige vennootschapsrecht nog dikwijls dwingende regels bestaan omtrent onder meer een aandelenoverdracht, het ontslag van bestuurders en de manier waarop het bestuur dient te worden georganiseerd, zal dit in de toekomst meer op maat kunnen worden uitgewerkt in de statuten van de vennootschap.

Afschaffing minimumkapitaalplicht

Bij de oprichting van een BVBA moet het maatschappelijk kapitaal minimum € 18'550,00 bedragen. Om tegemoet te komen aan de vereiste van flexibiliteit, wordt het wettelijk minimumkapitaal van de BV afgeschaft.

Dit betekent echter niet dat oprichters volledig vrij zullen zijn om hun BV op te starten zonder enig kapitaal. De vereiste van toereikend aanvangsvermogen wordt immers de regel, waarbij de oprichters dit onder meer zullen moeten verantwoorden in een ‘prognose-jaarrekening' met bijhorende uitgebreide inhoudelijke toelichting. Deze nieuwe regel legt dus een grotere verantwoordelijkheid bij de oprichters in vergelijking met de huidige regelgeving.

De vraag kan worden gesteld of de afschaffing van het minimumkapitaal in de praktijk voor veel verandering zal zorgen. Zo denken wij bijvoorbeeld aan mogelijke moeilijkheden die ondernemingen zullen ondervinden bij hun zoektocht naar een bankfinanciering, indien zij niet over een voldoende (start)vermogen zullen beschikken.

Eenhoofdigheid wordt het principe

Vandaag leidt eenhoofdigheid tot de ontbinding van een vennootschap of, in het geval van een NV, tot hoofdelijke aansprakelijkheid van de enige vennoot. Voortaan zullen de BV en de NV echter eenhoofdig kunnen worden opgericht en blijven voortbestaan.

Deze regel geldt evenwel niet voor de maatschap, de VOF en de commanditaire vennootschap, waarvoor nog steeds minimum 2 oprichters/vennoten vereist zijn. Voor de CV blijft het minimum van 3 oprichters/vennoten behouden.

Ready, set, go!

Vanaf de inwerkingtreding van de wet zullen nieuwe vennootschappen volledig in overeenstemming moeten zijn met alle regels van het nieuwe wetboek. Een BVBA zal dus niet meer kunnen worden opgericht, enkel een BV volgens het nieuwe regime, i.e. zonder kapitaalvereiste.

Voor de bestaande vennootschappen moet even hypothetisch worden gedacht. Stel dat de wet effectief wordt gepubliceerd in de loop van 2018, wordt voor bestaande vennootschappen het hele nieuwe wetboek van toepassing vanaf 1 januari 2020. Dit betekent echter niet dat ook de statuten onmiddellijk moeten worden aangepast. Er wordt een termijn van 10 jaar voorzien om de statuten aan te passen aan de bepalingen van het nieuwe wetboek. Deze aanpassing dient evenwel te gebeuren bij de eerstvolgende statutenwijziging, wat ook de reden daarvoor mag zijn.

Tot slot wordt overwogen om een zogenaamd ‘opt-in-systeem' te voorzien. Dit houdt in dat bestaande vennootschappen die dat willen, ervoor kunnen opteren om de nieuwe regels eerder toe te passen.

Wordt 2018 effectief het jaar van het nieuwe vennootschapsrecht? Wordt het hervormde vennootschapsrecht een zegen of een uitdaging? 2018 belooft een boeiend jaar te worden.

Laurens Lodefier
Lore Rammeloo