Stay on track

Stay on track

Moving you forward

Newsletter

Back to overview

Afstandsregels voor beplantingen – afwijkende regeling voor het openbaar domein

Published on 15/07/2024

Bomen, hagen en struiken kunnen niet zomaar langs de perceelgrens geplaatst worden zoals men wil. 

Er moeten afstandsregels gerespecteerd worden. Indien de afstandsregels niet worden gerespecteerd,  kan de buur het snoeien of het rooien van de beplanting eisen.  

Een onderscheid dringt zich wel op tussen beplantingen op openbaar domein en deze op private eigendom. 

Principes


Bomen die hoger zijn dan 2 meter moeten  -gerekend vanaf het midden van de boomstam-  op minstens 2 meter van de perceelgrens staan. Kleinere bomen, struiken of hagen moeten op minstens 0,5 m van de perceelgrens worden geplaatst. 

Op deze afstandsregels bestaan er echter 4 uitzonderingen:

1) de buren hebben een contract gesloten over de afstanden van de beplantingen;
2) de beplantingen zijn reeds gedurende 30 jaar op dezelfde plaats geplant;
3) de beplantingen zijn niet hoger dan de afsluiting tussen de percelen;
4) de beplantingen staan te dicht bij de perceelsgrens door een splitsing van het perceel;

Indien de afstanden niet worden gerespecteerd,  kan de nabuur de snoeiing of de rooiing vorderen van de beplantingen. 

Beplantingen op het openbaar domein: afwijking

Vóór de wet van 19 juni 2023 dienden bomen en beplantingen van het openbaar domein dezelfde afstandsregels  te respecteren als de bomen en beplantingen op private eigendom. 

De wet van 19 juni 2023 voegt echter een nieuwe uitzondering toe voor beplantingen op openbare domeinen, meer bepaald voor beplantingen op openbare wegen, langs wateren en aanhorigheden. (met aanhorigheden verwijst de wetgever naar bijvoorbeeld: voetpaden, fietspaden, jaagpaden,…)

De wetgever wilde op deze manier de groene zones langs openbare wegen en wateren beschermen en stimuleren.

De wetgever heeft deze regeling enkel voorzien voor beplantingen op openbare domeinen. Private domeinen aanpalend aan een openbaar domein kunnen dus niet van dezelfde uitzondering genieten. 

Deze uitzondering betekent evenwel niet dat de overheid niet moet opletten met het plaatsen van de beplantingen. De overheid kan wel degelijk worden aangesproken op basis van rechtsmisbruik, en/of op basis van het verbod om bovenmatige burenhinder te veroorzaken alsook op basis van de beginselen van behoorlijk bestuur. 

Overhangende takken en doorschietende wortels

Indien er sprake is van overhangende takken en doorschietende wortels,  kan de nabuur een aangetekende ingebrekestelling sturen naar zijn buur. 

Indien de buur de takken en wortels niet verwijderd binnen de 60 dagen, kan de nabuur naar de rechter stappen om de takken en wortels te laten verwijderen. De rechter kan de vordering echter afwijzen op basis van rechtsmisbruik waarbij de rechter de omstandigheden van de zaak zal onderzoeken en rekening zal houden met het algemeen belang.

De buur kan zelf ook beslissen om op kosten van de eigenaar de takken en wortels zelf weg te snijden, maar moet hierbij wel rekening houden dat hij het risico loopt om de schade te moeten dragen die de beplantingen hebben opgelopen. 

Belangrijk: De overheid moet de regels met betrekking tot de overhangende takken en wortels wel steeds respecteren.  Hiervoor geldt geen afwijkende regeling zoals bij de afstandsregels.