Stay on track

Stay on track

MOVING YOU FORWARD

Nieuwsbrief

Terug naar overzicht

Invordering onbetwiste schuldvorderingen

Gepubliceerd op 24/05/2017

Sinds 2 juli 2016 bestaat de mogelijkheid om onbetwiste commerciële schuldvorderingen tussen handelaren (B2B) in te vorderen via een nieuwe buitengerechtelijke procedure. Het gaat niet voor vorderingen op en van particulieren en publieke overheden.

Opzet is de rechtbanken te ontlasten en een eenvoudige, snelle en kostenbesparende procedure te creëren.


1.  De nieuwe (quasi-) buitengerechtelijke procedure is enkel bruikbaar voor de invordering van onbetwiste schuldvorderingen (facturen) tussen ondernemers. Dat essentieel element, namelijk dat het moet gaan om een onbetwiste vordering, wordt beoordeeld door een advocaat, die hier als eerste rechter voor die problematiek optreedt.

De wet voorziet dan in een verkorte procedure waarbij men de stap voor de rechtbank kan overslaan, en direct met een deurwaarder kan invorderen.

De rechten van de schuldenaar worden beschermd doordat deze op gelijk welk moment wel kan aangeven dat er wel degelijk een betwisting bestaat, waardoor de verkorte procedure beëindigd wordt en men alsnog een procedure met dagvaarding voor de rechtbank moet aanhangig maken.

2.  De procedure voorziet dat de schuldeiser, bijgestaan door zijn advocaat die na onderzoek beslist dat de vordering niet betwist is, een gerechtsdeurwaarder gelast de schuldenaar een ingebrekestelling ter hand te stellen.

Indien de schuldenaar niet binnen één maand reageert of reageert door gedeeltelijke betaling van de schuld of met een vraag tot betalingsfaciliteiten, stelt de gerechtsdeurwaarder acht dagen na het verlopen van die maand, een proces-verbaal van niet-betwisting op.
Met dit uitvoerbaar verklaard proces-verbaal kan de deurwaarder tot een gedwongen uitvoering (bijvoorbeeld door middel van beslag) overgaan.

3.  Het principe van die nieuwe mogelijkheid lijkt goed. Er zijn echter ook minpunten.

Vooreerst is het reeds aangehaalde punt dat indien de schuldenaar reageert en alsnog (laattijdig) protesteert, de wet stelt dat dan de procedure vervalt. Hierdoor heeft men veel tijd verloren en moet men alsnog een gewone procedure met een dagvaarding opstarten.

Ook de handelswijze van de deurwaarders op een dergelijk laattijdig protest zal van belang zijn.

4.  Verder is er ook een wettelijke regeling die de intresten en wettelijke verhogingen en invorderingskosten in deze nieuwe buitengerechtelijke procedure beperkt tot een maximum van 10% van de hoofdsom van de schuld bij de ingebrekestelling (zie artikel 1394/20 Ger. W.) terwijl er ook geen rechtsplegingsvergoeding kan gevraagd worden.

Samengevat

Voordelen:

  • De procedure duurt minder lang. (max. 1 maand + 8 dagen) let wel dat zegt niet over het tijdstip van betaald zijn.
  • Kostenbesparend

Nadelen:

  • Tijdsverlies indien betwisting (onzekere uitkomst)
  • Beperking wettelijke verhogingen en invorderingskosten (10%)
  • Geen rechtsplegingsvergoeding

Heeft u bijkomende informatie nodig of heeft u vragen na het lezen van deze nota, staan wij klaar om u verder te informeren.