- Uitzonderingen op het verbod
1. Met schriftelijke toestemming
Met de toestemming van de eigenaar-verpachter is onderpacht en/of pachtoverdracht toegelaten.
Het verzoek tot toestemming moet wel verplicht het volgende bevatten (op straffe van nietigheid):
- de identiteit van de betrokkenen (voornaam, achternaam, woonplaats, burgerlijke staat of rijksregisternummer en bij rechtspersonen: benaming, zetel, producentennummer en ondernemingsnummer en de vertegenwoordigers) ;
- de datum waarop de onderpacht of pachtoverdracht ingaat;
- de kadastrale aanduiding van de percelen (indien de overeenkomst schriftelijk is);
- de vermelding dat bij gebreke aan reactie op dit verzoek tot toestemming binnen de 3 maanden na ontvangst, het stilzwijgen zal gelden als toestemming. Dit betreft een zeer belangrijke wijziging die belangrijke gevolgen kan teweegbrengen.
Voorbeeld: landbouwer Louis gaat met pensioen en wil zijn exploitatie overdragen aan landbouwer Tom. Louis pacht onder meer ook 5 hectare aan het OCMW. In dit geval zal er een schriftelijke toestemming moeten gevraagd worden aan het OCMW om de pacht aan Tom over te dragen. Deze vraag tot toestemming zal zéér strikt moeten voldoen aan deze 4 voorwaarden.
2. Gewone pachtoverdracht aan bevoorrechte familieleden
Toestemming is niet vereist wanneer het gaat om een overdracht of onderpacht aan één of meer bevoorrechte familieleden.
Het moet ook gaan om het volledige pachtgoed. Een gedeeltelijke overdracht of onderpacht is niet mogelijk.
3. Bevoorrechte pachtoverdracht aan bevoorrechte familieleden
Dit betreft een bijzondere vorm van pachtoverdracht, waarbij er van rechtswege een pachtvernieuwing ontstaat. Er begint een nieuwe pachtperiode van 9 jaar te lopen, en dit vanaf de verjaardag van de ingenottreding die volgt op de kennisgeving aan de eigenaar.
Men moet wel rekening houden met volgende strikte voorwaarden:
- kennisgeving moet door de pachter gebeuren binnen de 3 maanden na de ingenottreding door de overnemer;
- de verpachter heeft daarvoor nog geen geldige opzegging gegeven;
- de identiteit van de betrokkenen moet vermeld worden (zoals hierboven beschreven);
- datum waarop de pachtoverdracht of onderpacht ingaat;
- de kadastrale aanduiding percelen (indien de overeenkomst schriftelijk is);
Wanneer de eigenaar zo’n (geldig) verzoek ontvangt, kan hij zich verzetten, maar enkel omwille van de volgende limitatieve redenen:
1° de verpachter heeft al vóór deze kennisgeving een geldige opzeg gedaan;
2° de verpachter wil binnen 5 jaar zelf exploiteren of over te dragen aan bevoorrechte familieleden;
3° zware beledigingen of vijandigheden van de overnemer tegenover verpachter of leden van zijn gezin;
4° een veroordeling van de overnemer die vertrouwen aan het wankelen brengen;
5° het gemis aan beroepsbekwaamheid van de overnemer of niet over materiële middelen beschikt om behoorlijk te exploiteren;
6° de openbare verpachter wil het goed binnen 5 jaar gebruiken voor doeleinden van algemeen belang;
Dit verzet is pas geldig wanneer de verpachter zich binnen de 3 maanden na dit verzoek tot de Vrederechter wendt (middels het neerleggen van een verzoekschrift in verzoening)
Ruilpacht mag niet verward worden met onderpacht.
Ruilpacht gaat om het tijdelijk ruilen van landbouwgronden voor het telen van gewassen. Dit is een frequente praktijk die toegelaten is, en dit gebeurt vaak om praktische overwegingen.
- Extra transparantiemogelijkheid om te weten wie de percelen effectief exploiteert
Hoe kan men als eigenaar weten wie het pachtgoed effectief exploiteert?
Het Pachtdecreet (artikel 48) voorziet de mogelijkheid dat de verpachter een verzoek richt aan de pachter om te vragen wie zijn pachtgoed exploiteert of geëxploiteerd heeft. De verpachter kan dit vragen voor een periode die maximum 5 jaar voorafgaat aan de kennisgeving. Er wordt wel in een overgangsbepaling voorzien, in die zin dat dit maar kan gevraagd worden voor de periode van exploitatie die volgt ná de inwerkingtreding van het Pachtdecreet (1 november 2023).
Een tweede mogelijkheid bestaat reeds enkele jaren (buiten het Pachtdecreet om), en is de mogelijkheid om als eigenaar aan het Departement Landbouw en Visserij te vragen wie zijn gronden aangeeft in de verzamelaanvraag.
In de volgende bijdrage gaan wij verder met de bespreking van het nieuw Vlaams pachtdecreet, meer bepaald over de beëindigingswijzen en de opzeggingsmogelijkheden (deel 5)