A. Eigen gebruik (artikel 10,1° Pachtdecreet)
De belangrijkste opzegreden is het eigen gebruik: wanneer de verpachter het gepachte goed zelf geheel of gedeeltelijk wil exploiteren of over wenst te dragen aan zijn Bevoorrechte familieleden.
Voor eigen gebruik is het steeds vereist dat de toekomstige exploitant het goed werkelijk en persoonlijk moet exploiteren, en dit gedurende minstens 9 jaar vanaf het begin van de ingebruikname.
Indien het gepachte goed in mede-eigendom is, kan de verpachter enkel opzegging geven in het geval dat de verpachter minstens de helft bezit van het gepachte goed of zijn deel heeft gekregen door erfopvolging of legaat. Opgelet, wanneer er geen akkoord is en een goed toebehoort aan onverdeelde mede-eigenaars, kan dit niet opgezegd worden zonder eensgezindheid en/of een uitonverdeeldheidtreding.
B. Andere redenen
Dit gaat om 7 redenen die ook in de vorige Pachtwet waren voorzien en die minder frequent voorkomen. (artikelen 10, 2°-8° Pachtdecreet)
Het artikel 10,10° voorziet de opzegging van percelen voor de aanwending als bouwgrond of als industriegrond, op voorwaarde dat die percelen door hun ligging op het ogenblik van de opzegging als bouwgrond of industriegrond moeten worden beschouwd.
C. Algemeen belang
Indien de openbare verpacht het gepachte goed wil inzetten voor doeleinden van algemeen belang, kan zij opzegging geven tegen het einde van elke pachtperiode.
Indien de openbare verpachter deze percelen wil inzetten zetten voor bebossing of natuurrealisatie, dan moet er een onderscheid worden gemaakt indien de verpachter in kwestie al dan niet een lokale overheid is en gelden er afzonderlijke voorwaarden.
Bovendien moet er ook een leefbaarheidstoets worden uitgevoerd conform artikel 19 §7 van het Pachtdecreet. De rechter kan bijgevolg de geldigverklaring van dergelijke opzegging weigeren of matigen indien de opzegging de leefbaarheid van de bedrijfsvoering van de pachter ernstig verstoort.
Opzegging ten allen tijde met uitzondering van de 1ste en 2e pachtperiode (artikel 12)
A. Eigen gebruik
Wanneer de verpachter het gepachte goed zelf volledig wil exploiteren of volledig over wenst te dragen aan zijn Bevoorrechte familieleden dan kan de verpachter ten allen tijde de pacht opzeggen.
De mogelijkheid tot opzegging voor bloedverwanten tot de 4e graad is wel afgeschaft.
Hiervoor moet een opzegtermijn van minstens 3 jaar en max. 4 jaar in acht worden genomen.
B. Om het pachtgoed te vervreemden
Dit betreft een nieuwe opzeggingsmogelijkheid, middels een opzegtermijn van ten minste 2 jaar en max. 4 jaar, die kan ingeroepen worden als er aan de volgende voorwaarden is voldaan:
- het moet contractueel voorzien zijn in de pachtovereenkomst;
- de pacht heeft enkel betrekking op gronden;
- enkel tegen het einde van elke lopende pachtperiode, de eerste keer tegen de termijn van 18 jaar, en nadien tegen 27j, 36j, …
- reden = om het pachtgoed geheel of gedeeltelijk te vervreemden
Opzegging van de gepensioneerde pachter (artikel 13)
Hiervoor geldt een opzegtermijn van ten minste 1 jaar en max. 4 jaar.
Deze mogelijkheid is voorzien ingeval:
- de pachter de wettelijke pensioenleeftijd heeft (= op heden 67 jaar);
- hij ontvangt een rust- of overlevingspensioen;
- de pachter kan niet een of meer Bevoorrechte familieleden aanwijzen die de exploitatie verderzetten
Wanneer er verschillende pachters zijn, dan moeten zijn allen voldoen aan deze voorwaarden.
Hoe komt men te weten dat de pachter een pensioen geniet? Het Pachtdecreet voorziet nu de mogelijkheid voor de verpachter om dit bij Beveiligde zending te vragen. Wanneer de pachter niet binnen de 60 dagen na die vraag heeft bewezen dat hij nog actief is en geen pensioen ontvangt, wordt hij geacht een pensioen te ontvangen. (dit moet wel duidelijk vermeld worden in de vraag aan de pachter)
Deze opzegmogelijkheid kan enkel omwille van één van volgende redenen:
- om het pachtgoed volledig of gedeeltelijk persoonlijk te exploiteren;
- of om het pachtgoed over te dragen aan bevoorrechte familieleden;
- of om het over te dragen aan een ander leefbaar landbouwbedrijf;