Stay on track

Stay on track

MOVING YOU FORWARD

Nieuwsbrief

Terug naar overzicht

Verjaringstermijn bij sociaalrechtelijke misdrijven dubbel zo lang!

Gepubliceerd op 20/12/2024

Op 28 april 2024 is de Wet Strafprocesrecht I van 9 april 2024 in werking getreden. De nieuwe regels die deze wet introduceert, zijn onmiddellijk van toepassing op alle hangende geschillen waarvan de vorderingen op 28 april 2024 niet verjaard waren. 


In gevolge deze wet bedraagt de verjaringstermijn voor wanbedrijven voortaan tien jaar i.p.v. vijf jaar. De nieuwe verjaringstermijn heeft tot gevolg dat een werknemer van zijn werkgever voortaan dubbel zo lang nog achterstallig loon of een andere vergoeding kan vorderen dan voorheen, indien deze vordering gesteund kan worden op een sociaalrechtelijk misdrijf. 

Artikel 26 van de Voorafgaande Titel van het Wetboek van Strafvordering bepaalt immers dat een burgerlijke rechtsvordering volgend uit een misdrijf niet kan verjaren vóór de strafvordering. Aangezien de verjaringstermijn voor de strafvordering thans naar 10 jaar is gebracht, geldt deze nieuwe verjaringstermijn voortaan ook voor de burgerlijke vorderingen die gesteund zijn op een misdrijf. 

In een vonnis van 9 juli 2024 paste de Arbeidsrechtbank te Antwerpen de nieuwe verjaringstermijn toe in een zaak waarbij de werknemer meende dat zij jarenlang – vanaf 2016 - te weinig loon had ontvangen (onder baremaloon). Op 01 december 2023 had de werknemer hiertoe een rechtsvordering ingesteld. Voor de periode vóór 01 december 2018 werd de vordering uitdrukkelijk “ex delicto” ingesteld, gesteund op een misdrijf.  In de voorliggende casus waren partijen in 2016 overeengekomen om een gedeelte van het loon uit te betalen in de vorm van een bedrijfswagen. De rechtbank was van oordeel dat het gebruik van een bedrijfsvoertuig voor privédoeleinden niet in aanmerking komt als loon in natura en dus niet meegeteld kan worden bij de berekening van het te betalen minimum baremaloon. Aldus heeft de werkgever jarenlang een loon uitbetaald beneden het minimum baremaloon van de sector,  en heeft hij hierdoor jarenlang een algemeen verbindend verklaarde sectorale CAO miskend, hetgeen een sociaalrechtelijk misdrijf (wanbedrijf) uitmaakt. 

Bijgevolg werd de vordering tot betaling van achterstallig loon voor de volledige periode vanaf 2016 ontvankelijk en gegrond verklaard.